Whey en caseïne eiwit

Melk bestaat uit twee soorten eiwitten, namelijk whey en caseïne. Bij de productie van kaas wordt de whey uit de melk gefilterd. Dit wordt uiteindelijk verwerkt tot een whey eiwit shake. Het caseïne-eiwit blijft bij deze productie over. Zuivel bevat dus veel caseïne eiwit. Je kunt hieruit opmaken dat het whey eiwit een restproduct is bij de productie van kaas. Het caseïne eiwit is het eiwit dat in de zuivel overblijft. Qua aminozuursamenstelling verschillen caseïne en whey eiwit dus van elkaar.

Welk soort eiwit is beter?

Je kunt niet zeggen dat de één beter is dan de andere. Dit is hetzelfde als appels met peren vergelijken. Je hebt het namelijk over twee verschillende producten. Het verschil zit hem in de opname. Whey heeft als eigenschap dat het erg snel door het lichaam wordt opgenomen. Caseïne eiwitten worden juist langzaam door het lichaam opgenomen. Hierbij worden de aminozuren langzaam aan het lichaam afgegeven. Dit zorgt ervoor zorgt dat het lichaam gedurende een langere periode voorzien wordt van aminozuren.

Whey en caseïne eiwit

Wanneer neem ik nou whey en wanneer juist caseïne?

Mijn advies is om caseïne voor het slapen gaan te gebruiken. Tegen een bak kwark met pindakaas voor het slapen gaan kan je echt geen nee tegen zeggen. Whey gebruik je vooral rond je training. Tijdens het trainen maak je spierschade, whey is dan een goede optie om in te zetten voor herstel.

Wat mij tegenwoordig opvalt is dat we heel snel naar een eiwit shake grijpen. Terwijl je ook je eiwitten uit je basisvoeding kunt halen. Als sporter is het niet perse nodig een eiwit shake te drinken. Natuurlijk is een shake een snelle en gemakkelijke manier om een portie eiwitten binnen te krijgen, maar een lekkere boterham met een gebakken ei is ook helemaal niet verkeerd. Kijk dus eerst of je basisvoeding goed is, voordat je een eiwit shake inzet.